Het concept
Een nieuw avontuur, een nieuw project en totaal anders dan de vorige stage op een voortgezet onderwijs.
Dit keer gingen we op een tweetal basisscholen drie lessen verzorgen omtrent het thema natuur en cultuur. Samen met een kleine groep kregen we een niveau toegewezen waarbij we een passende lessenserie moesten verzogen.
Wij, Roel, Hella, Loes en Rianne deden de groepen 7 & 8 op beide scholen.
Maar nu was het de vraag wat een passende les was voor deze leeftijds groep. We vonden het erg lastig om ons te verplaatsen in de leeftijdscategorie, wat konden ze wel en wat konden ze niet. Maar gelukkig hadden wij Loes in onze groep zitten die al enige ervaring op de basisschool had en zodoende een goed klankbord was voor onze ideeën.
De grove opzet van ons idee was al snel gemaakt. Het moest iets zijn wat stoer, hip en helemaal van deze tijd was. We hebben al eerder te maken gehad met de Hollandse schoolkunst en daar wouden we zoveel mogelijk uit de buurt blijven.
Het creatief met kurk en het stomweg knutselen zagen we ook niet echt zitten. Nee wij dachten dat met alle nieuwe technologie van deze tijd we het meer in die hoek moesten zoeken.
Film, computer spelletje en beeld waren volgens ons thema’s waar deze groep zich erg mee bezig houdt en misschien vaak al meer bedreven in zijn dan hun ouders of verzorgers.
Na enige tijd met het idee rondgelopen te hebben om een soort film te maken, liepen we toch tegen een aantal problemen aan. Waarbij tijd onze grootste concurrent was.
Maar na nog een goede brain storm te hebben gedaan onder het genot van een drankje hadden we het idee nieuw leven ingeblazen.
Een stop-motion moest het worden, dat werd het format. Daarbij moesten we nog wel het thema natuur betrekken, maar dat was van latere orde.
Eerst een grove opzet van de dagen, welke middelen heb je nodig om een stop-motion te maken? En hoe gaan we het zo aanbieden dat het begrijpbaar is voor de leeftijdscategorie en de niveau verschillen, met namen staat groep 8 voor een grote splitsing die het voortgezet onderwijs wordt genoemd, een deel zal VWO, HAVO of VMBO gaan doen.
Bij het maken van een film heb je met een aantal belangrijke stappen te maken, het verzinnen van een idee/verhaal, waar moet het over gaan, kop, midden, staart en wie moeten er allemaal in voorkomen. Daarbij moet her verhaal ook vertaald worden naar hoe ze het graag op beeld willen hebben, een zogehete story-board moest gemaakt worden. Er moet over een locatie nagedacht worden en over de aankleding daarvan, daarbij moet er ook gekeken worden naar eigen kostuums en attributen.
Vervolgens krijg je het draaien van de film en in dit geval het maken van de foto’s, hoe gaat het maken van een stop-motion in zijn werk en welke trucjes zou je er eventueel mee kunnen maken. Tot slot komen we bij de montage en presentatie uit, hoe word zoiets nu digitaal in elkaar gezet en in hoeverre kan je dit vergelijke met de werkelijkheid van een echte film.
Een hoop moeilijke termen en handelingen die we zo moeten aanbieden dat ze duidelijk zijn en tegelijkertijd niet kinderachtig.
Les 01
We ontvangen de kinderen en leggen allereerst uit wie wij zijn en wat we hier de komende tijd komen doen. Vervolgens laten we ze een zelfgemaakte stop-motion zien met alle ingrediënten die wij ook straks van hun willen verwachten.
Hier volgt een klassikale uitleg over het maken van een stop-motion.
Dat je letterlijk stapje voor stapje foto’s moet maken en wanneer je deze onder een bepaalde snelheid achter elkaar zet je een filmpje krijgt.
Vervolgens zullen er vier groepen gemaakt worden bestaand uit +/- 8 leerlingen.
Iedere groep krijgt zijn of haar eigen begeleider en zal er vervolgens in het groepje zelf uitgelegd worden wat er verder de bedoeling is.
Er zal gestart worden met het maken van een brainstorm, alle ideeën zijn welkom en om er voor te zorgen dat iedereen aan de beurt komt zal de begeleider de brainstorm voorzitten.
Om er voor te zorgen dat er een bepaalde rode draad door het verhaal zou lopen was er van te voren al een vooropgezet plan uitgelegd. Er moest een ‘wie’, ‘wat’, ‘waar’ en ‘waarom’ in voorkomen en aangezien dit nog een beetje vaag is hadden we ook een kader bedacht waar dit binnen moest vallen.
We zouden een parodie op het verhaal: roodkapje maken. In ons geval werd dat, gekleurd kapje ging iemand opzoeken en moest daarvoor door een bepaald landschap, maar onderweg kwam gekleurd kapje iemand tegen en zou er iets gebeuren.
Hoe gekleurd-kapje heet, wie zij tegen komt etc. Was allemaal te bepalen door de leerlingen zelf.
Nadat we een groot web van woorden hadden gemaakt waarop al onze ideeën stonden, kozen we de beste uit en deden we omtrent die woorden een verhaal verzinnen. Dit werd gedaan door de schrijvers die dat graag wouden doen, ook zou zich een aantal bezig houden met het tekenen van een storyboard en de rest zou met meegebracht natuurlijk materiaal (hout, bladeren etc.) attributen gaan maken die nodig waren voor in de film.
Tot slot zou er gekeken worden naar het resultaat van de dag, deden we kort uitleggen wat er de volgende keer ging gebeuren en sloten we klassikaal af.
Les 02
Wederom werd de klas klassikaal ontvangen en werd er nogmaals en dit keer iets breder uitgelegd hoe een stop-motion tot stand komt. Daarbij deden we duidelijk uitleggen dat er dit keer een aantal duren attributen waren zoals camera’s en statieven en dat opperste concentratie van groot belang was.
Om zoveel mogelijk tijd te hebben om te fotograferen werd er al snel gestart, de attributen van de vorige keer werden er bijgehaald en waar nodig werden deze afgemaakt.
Vervolgens gingen we op het schoolplein of in de buurt opzoek naar een locatie om de stop motion te fotograferen en lieten we iedereen een keer een test foto maken zodat ze ervaren hebben hoe dit moest en om te zien of ze op een normale wijze met de apparatuur om gaan.
Iedereen zou een keer op de foto komen, maar ook zelf fotograferen en assisteren om van beide kanten te ervaren wat het is om het te maken.
Nadat alle foto’s gemaakt werden, werd er opgeruimd en deden we wederom bespreken wat er de volgende les zou gaan gebeuren en hebben we ze gevraagd om van huis uit muziek mee te nemen die ze graag onder het filmpje zouden willen hebben.
Les 03
De laatste les alweer, deze les stond in het teken van twee dingen het monteren van het filmpje wat van het begin tot eind uitgelegd werd en waarbij voorbeelden worden aangedragen. De leerlingen zullen zelf niet monteren aangezien dit te complex is om in een dag te doen, maar ze zitten er wel degelijk bij en zijn de regisseur van het filmpje. Ze beslissen zelf wat er in moet en wat er uit, hoe snel de foto moeten afspelen en tot slot welke muziek er onder moet staan.
Ook zal er een zelfreflectie geschreven moeten worden, door de leerlingen. Hierin kijken de leerlingen terug om de afgelopen dagen, schrijven ze op wat ze ergens van vonden en wat min of juist pluspunten waren. Ook kunnen ze deze zelfreflectie gebruiken bij de presentatie die ze aan het eind van de dag zullen houden en waarbij natuurlijk het filmpje word bekeken door de hele klas.
Basischool de klimboom
Directrice: Olga Ophof
Obs De Klimboom
Schaapsakker 1
6666 EB Heteren
Tel: 0264723252
www.obsdeklimboom.nl
directie@obsdeklimboom.nl
Obs De Klimboom
Schaapsakker 1
6666 EB Heteren
Tel: 0264723252
www.obsdeklimboom.nl
directie@obsdeklimboom.nl
De Klimboom was een vrij grote school. Wij hadden groep 7/8, 32 kinderen, en dat is vrij heftig voor een eerste keer lesgeven op een basisschool. Maar we waren goed voorbereid, tot in de puntjes besproken wie wat wanneer zou zeggen en waarom, wat de taakverdeling was, hoe we het gingen aanpakken, alles was duidelijk. En dat is een hele geruststelling, dat neemt een heel stuk spanning weg en het bevordert de samenwerking. Verder hadden we een hele leuke opdracht die goed aansloot bij de leefwereld van de kinderen, waardoor ze erg enthousiast waren, en ook dat scheelt een stuk. We communiceerden onderling heel lekker, samenwerking ging heel goed en als je ergens niet uitkwam kon je altijd een groepsgenoot (meestal was dat Loes, vanwege haar ervaring) om hulp of tips vragen. Fijn was ook dat we voor de les altijd met z’n vieren even doorspraken wat we precies gingen doen, zodat iedereen precies wist waar hij of zij aan toe was, en na de les bespraken we met de docente erbij even wat er goed ging en wat minder. We kregen veel bruikbare, praktische tips van haar, en hoewel we in het begin niet heel hartelijk ontvangen werden (sterker nog, we werden helemaal niet ontvangen. We verwachtten natuurlijk geen welkomstcomité, maar iemand die je even wijst in welk lokaal je moet zijn was wel prettig geweest) werd ze steeds enthousiaster voor het project. Niet iedereen had een even makkelijk groepje en ik denk dat we allemaal veel geleerd hebben, maar door de goede begeleiding binnen de school (we bespraken alles altijd drie keer: van tevoren, na de les met alleen ‘onze’ docente, en na de les met z’n allen. Zo leer je van elkaar én van mensen die al meer ervaring hebben, en dat is heel fijn) ging het allemaal heel vloeiend. Wat we overigens wel verwacht maar niet gekregen hadden, was betere begeleiding vanuit ArtEZ. Van tevoren een aantal voorbereidende lessen waren prettig geweest omdat je dan niet zo in het diepe gegooid wordt, maar tijdens de stage bespraken we alleen maar, één keer per week, een week na de les, wat er gebeurt was. Voor de derde keer. Ook dat vonden we een beetje jammer, en niet heel zinvol. Op zich krijg je dan wel goede tips, maar het is niets wat je niet al gehoord hebt. Het was prettig geweest als er vaker dan één keer een halfuurtje iemand van ArtEZ langsgeweest was om te kijken hoe het ons af ging, en niet door er een week later naar te vragen.
Basisschool de Meander in Driel
Directeur: Ron Dijkman
de Meander
Fazantstraat 2
6665 AX Driel
tel: 026-4742892
email: post@obs-de-meander.nl
email: ron@obs-de-meander.nl
Fazantstraat 2
6665 AX Driel
tel: 026-4742892
email: post@obs-de-meander.nl
email: ron@obs-de-meander.nl
Iets minder goed voorbereid maar met een stukje meer ervaring gingen we naar een veel kleinere school, met een groep 7/8 van 16 leerlingen. Een verademing. Een stuk rustiger, een stuk overzichtelijker. Op De Klimboom was het vaak lastig je hoofd boven water te houden door de grote hoeveelheid kinderen die je onder de duim moet zien te houden, maar bij De Meander was dat al een zorg minder. We werden een stuk hartelijker ontvangen, de sfeer was veel gemoedelijker, alleen hadden wij niet van tevoren contact opgenomen met de school om aan te geven wat onze plannen waren en wat we daarvoor nodig hadden. Daar werden we terecht op aangesproken, maar op een hele fijne manier. Het werd gezegd, heel direct en opbouwend. De communicatie binnen de school was heel open, heel eerlijk, en dat merkten we ook aan de kinderen. Ze waren heel enthousiast, zelfs al ging het niet helemaal goed. Het filmpje werkte bijvoorbeeld niet helemaal, we waren niet zo ontzettend goed voorbereid als de vorige keer, het verliep niet helemaal soepel, maar met een beetje improvisatie begrepen ze onze uitleg en gingen we met ze aan het werk. Na de les bespraken we met de hele groep wat er goed ging en wat minder, we kregen veel tips waar we veel aan hadden, en vol goede moed gingen we verder naar de volgende week. We wisten dit keer wat we moesten doen, we hoefden minder te bespreken van te voren, iedereen deed z’n eigen ding met z’n eigen groepje. De week daarna hetzelfde, al met al ontzettend leuke resultaten en één van de kinderen had zelfs gezegd dat ‘ie knutselen over het algemeen ‘ontzettend stom’ vond, maar dat ie het hier wel ontzettend naar z’n zin had gehad. We kregen heel veel fijne feedback van de kinderen en de docenten, ze waren erg tevreden, en wij ook.
Sterkte zwakte analyse basisschool de Klimboom en de Meander
Sterkte punten
Competentie samenwerking onderling
We communiceerde onderling goed, wanneer iemand ergens niet uit kwam dan konden we goed met elkaar overleggen. Voor elke les deden we nog kort overleggen hoe die dag eruit zou gaan zien en wie wat ging doen.
Competentie organisatie
We hadden het project goed georganiseerd, het was tot in de puntjes doordacht.
Wanneer iemand ergens niet uit kwam konden wij goed met elkaar overleggen en samen tot een oplossing komen.
Competentie samenwerking onderling
We communiceerde onderling goed, wanneer iemand ergens niet uit kwam dan konden we goed met elkaar overleggen. Voor elke les deden we nog kort overleggen hoe die dag eruit zou gaan zien en wie wat ging doen.
Competentie organisatie
We hadden het project goed georganiseerd, het was tot in de puntjes doordacht.
Wanneer iemand ergens niet uit kwam konden wij goed met elkaar overleggen en samen tot een oplossing komen.
Competentie pedagogisch
We konden goed inspelen op de doelgroep, we konden goed contact leggen met de kinderen. We zorgden voor een goed pedagogisch klimaat en we creëerden een veilige leefomgeving.
We konden goed inspelen op de doelgroep, we konden goed contact leggen met de kinderen. We zorgden voor een goed pedagogisch klimaat en we creëerden een veilige leefomgeving.
Competentie didactisch
Ons project sloot goed aan bij de leeromgeving van de kinderen. We waren duidelijk met de uitleg in onze opdracht. De kinderen waren ontzettend enthousiast en hebben allemaal goed mee gewerkt aan het project.
Ons project sloot goed aan bij de leeromgeving van de kinderen. We waren duidelijk met de uitleg in onze opdracht. De kinderen waren ontzettend enthousiast en hebben allemaal goed mee gewerkt aan het project.
Zwakte punten
Competentie samenwerking met school, communicatie met de basisschool had wat beter gekund. We hebben vrij laat contact met de school opgenomen en dat hadden we eerder moeten doen. Zo wist de school niet wat wij van plan waren met de kinderen en of we eventueel nog materialen of andere dingen nodig hadden.
Competentie organisatie, de Meander
We deze keer niet alles tot in de puntjes besproken hierdoor liep het op het begin wat stroef. Het filmpje wat we hadden gemaakt deed het ook ineens niet meer dus het was tijdens de introductie een beetje improviseren.
Competentie organisatie, de Meander
We deze keer niet alles tot in de puntjes besproken hierdoor liep het op het begin wat stroef. Het filmpje wat we hadden gemaakt deed het ook ineens niet meer dus het was tijdens de introductie een beetje improviseren.
Competentie didactisch
Als tip krijgen wij mee van basisschool de Meander dat we wanneer kinderen eerder klaar zijn met een opdracht we een nieuwe opdracht voor de kinderen moeten hebben. Doordat kinderen niks te doen hebben worden gaan ze zich vervelen en worden ze druk.
Als tip krijgen wij mee van basisschool de Meander dat we wanneer kinderen eerder klaar zijn met een opdracht we een nieuwe opdracht voor de kinderen moeten hebben. Doordat kinderen niks te doen hebben worden gaan ze zich vervelen en worden ze druk.
Reflectie van Roel Donkers
Ik en jonge kinderen, jonge kinderen en ik…
Als een held op sokken begon ik aan mijn stage op de basisschool
Een goede voorbereiding op zak, maar de mentale onderbouwing was ik vergeten.
Alsof ik weer moest gaan afrijden, knikkende de knietjes, maar waarom eigenlijk
30 gillende kleine kinderen die nog nergens verstand van hebben en nog aan het voorportaal van hun leven staan.
Maar het zijn ook 30 gillende kinderen met een mening, die ze niet te beroerd zijn om met je te delen en daarvan ook niet altijd de consequentie inzien.
‘verman jezelf Roel!’…
en daar gingen we dan, we hadden het zo ingedeeld dat iedere dag iemand de gezamenlijke presentatie en uitleg zou leiden en zou afsluiten. Dit om iedereen aan de beurt te laten komen, maar ook om het voor de leerlingen duidelijk en rustig te houden naar wie ze moesten luisteren.
Loes beet hierin het spits af, waardoor ik mij nog alleen hoefde te focussen om het groepje van 8 waar ik de rest van de drie dagen mijn tijd in zou stoppen
Een diverse groep kinderen, van heel druk tot heel verlegen.
Van grof in de mond tot heel netjes.
Voor we daadwerkelijk aan de slag gingen heb ik eerst even een namen rondje gedaan.
Dit omdat ik het belangrijk vind om kinderen bij hun naam aan te spreken en het slecht vind om ‘He dinges’ of ‘jij daar’ te moeten zeggen.
Om eerlijk te zijn had ik alle namen even op moeten schrijven, want zodra het rondje namen voorbij was, was ik de namen eigenlijk ook gelijk kwijt.
Om de opdracht te starten had ik nog even de tijd genomen om nog een keer de opdracht uit te leggen en hoe we het gingen aanpakken
Bij de brainstorm vond ik het handig dat een iemand de schrijver zou zijn en alle ideeën op zou schrijven en dat we telkens een rondje deden maken waarbij iedereen zijn of haar ideeën kwijt kon en misschien belangrijker nog dat iedereen een keer aan de beurt kwam.
….’ Even allemaal stil, een voor een graag…’ ik weet niet meer hoe vaak ik het gezegd heb, maar ik denk dat ze voor het aantal keer geen cijfer meer hebben uitgevonden.
Hoewel de regels duidelijk waren vergaten sommige toch deze regels telkens weer.
En al snel merkte ik dat ik in de corrigerende rol schoot.
Hoe houw ik iedereen in het gareel en bezig werd langzaam maar zeker het belangrijkste criterium en de opdracht zelf sloop naar de tweede plaats.
Toevallig maar waar onthouw op dat soort momenten de namen van de rad draaiers wel, maar niet van de leerlingen die wel lekker aan het werk zijn.
Om eerlijk te zijn is deze dag als een roes voorbij gevlogen. Wonder boven wonder ben ik duidelijk genoeg geweest en wist iedereen wel wat hij of zij moest doen om aan het eind van deze dag nog tot een goed resultaat te komen.
Persoonlijk heb ik het idee gehad dat ik alleen maar aan het sturen en corrigeren ben geweest, wat totaal geen bevredigend gevoel geeft.
Wat ik lastig vond was nog geen eens de rad draaiers, zij zaten zo vol energie dat ondanks dat ze af en toe een tikkeltje te ver gingen ze wel lekker aan het werk waren.
Nee, waar ik vele male meer moeite mee had was een meisje in het bijzonder dat niet gemotiveerd was. Ze had geen zin, geen ideeën en wist ook niet wat ze moest doen.
Ze was verlegen en in mijn ogen kwetsbaar waardoor ik bang was als ik hij teveel onder druk zou zetten ze zou gaan huilen.
Wat natuurlijk gelijk mijn hele dag zou verpesten.
Ik heb geprobeerd hij positief te motiveren en suggesties te geven waar ze mee bezig kon gaan. Ik had haar meerdere malen aangezet om andere te helpen, maar had ik ook ergens het idee dat ze zich daardoor ook niet lekker kon uiten. Toen heb ik haar een eigen opdrachtje gegeven in de vorm van een ketting maken. Helaas was dit zo tegen het einde van de dag dat ik niet zeker weet of dit de juiste oplossing was/werd voor het probleem.
Later tijden de evaluatie bleek dat ze erg onzeker werd in het bijzijn van oudere jongens en dat ik er best wat duidelijker in had mogen zijn om haar aan het werk te zetten.
Ik was te soft, misschien wel te aardig, waar ik eigenlijk duidelijk had moeten zijn.
Bij de dag van het fotograferen waren er eigenlijk maar twee belangrijke criteriums
Zorgen dat er aan het einde van de dag voldoende foto materiaal was om een filmpje van te maken, maar belangrijker nog zorgen dat we de duren materialen weer in de zelfde staat mee naar huis konden nemen.
Nu was de groep tijdens deze dynamische activiteit in het gareel houden niet een opgaven, maar een must.
Voor deze dag deed ik ook de algemeen inleiding en afsluiting, eerst herhalen wat we gedaan en geleerd hebben, vervolgens vertellen hoe deze dag er uit zou zien en tot slot duidelijk en overtuigend neerzetten dat iedereen zich aan bepaalde regels moet houden omtrent de apparatuur.
Niet op een boze toon, maar wel een waar wij alle vier als begeleiders in lieten zien dat dit niet een onderwerp was om grappen over te maken.
Wonder boven wonder ging deze dag al een stuk beter.
Problemen waar ik tegen aan was gelopen zoals het motiveren en het controleren van een groep had ik het veelvuldig met Loes over gehad die mij weer handvatten had gegeven waarmee ik vooruit kon
Een belangrijk die ze mij verteld heeft is: er is een verschil tussen boos en duidelijk en daarbij zijn het je leerlingen en niet je vrienden.
Ik had erg de drang om leuk gevonden te worden en lachende kinderen vond ik belangrijker dan kinderen die hun best deden. Terwijl het eigenlijk zo is dat kinderen op die leeftijd graag iemand zoeken die duidelijk is, iemand die de koers bepaald. Dat zullen ze in je waarderen en als je het goed speelt zullen ze je daar in niet teleur willen stellen.
Met deze kennis vlogen we ook door dag twee heen.
Iedereen heeft meegedaan en gefotografeerd en hoewel de concentratie aan het einde van de dag wat afzwakte zat iedereen vol ideeën en motivatie om een zo leuk en goed mogelijk filmpje te maken.
De grootse fout van die dag was volledig aan mijzelf te wijten.
Een fout waarbij de kinderen volwassene waren dan mij en ik op mijn plek werd gezet door een 12 jaar oud kind.
Stiekem deze wij als begeleiders onderling even checken hoe het bij elkaar ging en waren we ook erg nieuwsgierig hoe de filmpjes van de andere lukten.
Al snel zag ik dat ze filmpjes er erg leuk uitzagen en kwam al gauw bij mij het wedstrijd element naar boven. Mijn groepje moest ook iets moois maken wat zich zou onderscheiden van de rest.
Erg gemotiveerd stapte ik na de pauze op de groep af en vertelde dat we heel goed bezig waren en dat we met nog een aantal goede ideeën een erg mooi filmpje gingen maken… want ja, we moesten natuurlijk wel het beste filmpje maken van de vier groepen….
Waar op een leerling sprak: ja, maar Roel, meedoen is toch belangrijker dan winnen.
En daar had hij natuurlijk helemaal gelijk ik, en wist ik hem niets meer te zeggen dan dat ik mijn ongelijk toegaf en het ook belangijker is om de ervaring mee te krijgen.
Ondanks deze misser was het een erg vruchtbare dag en mocht het resultaat er wezen. 197 foto’s voldoende om een mooie film mee te maken.
Waaruit bleek dat we allemaal ons best hadden gedaan was het feit dat het aantal foto’s bij ieder groepje rond de 200 zat.
Aan het einde van de dag deden we even gezamenlijk afsluiten, herhalen wat we gedaan hadden en vertellen wat we voor de laatste dag zouden gaan doen.
Tot slot,
De laatste dag, een dag van de laatste puntjes, maar natuurlijk ook de reflectie.
Naast mijn eigen groep zou ik dit keer ook een groep van iemand anders krijgen.
Dit was omdat Loes en ik de montage voor onze rekening namen en Hella en Rianne de reflectie.
Gelukkig had ik van te voren goed bedacht wat ik wel en niet wou gaan vertellen omtrent de montage.
Het is natuurlijk een lastig onderwerp waar je heel veel over kan vertellen, maar waar de tijd niet voor aanwezig was.
Jip en janneke taal was het sleutel woord en bij ieder moeilijk woord zoals montage, monteren, renderen verwerken etc. Liet ik de leerlingen eerst zelf vertellen wat ze dachten dat het kon beteken en vervolgens gaf ik ze het antwoord wat het daadwerkelijk was.
In plaats van een groot professioneel programma gebruiken we een makkelijk programma wat toch liet zien met welke ingrediënten je te maken krijgt bij het monteren.
Een tijdsbalk, knippen en plakken en geluid waren voor nu de belangrijkste speerpunten.
Aan de hand van een groot teken vel probeerde ik de woorden die ik vertelde ook gelijk in kaart te brengen zodat ze aan de hand van A tot en met Z mee werden genomen door de basics van de montage.
Aangezien het best moeilijke stof is, was het wel belangrijk dat iedereen het zou begrijpen en daarvoor de nodige concentratie hadden.
Helaas zat er bij mij in de groep een wijsneus die er telkens door heen zat te praten. Waarop ik als een ware docent (al zeg ik het zelf) reageert… ik pakte mijn pen, haalde de dop er af en gaf deze vervolgens aan de leerling met de woorden: ‘Ik dacht dat ik aan het praten was, maar als jij het ze graag uit wil leggen dan ben je meer dan welkom’
Natuurlijk steur en groots wou dit de leerling wel en greep de ben vol zelfvertrouwen en spottend vast
‘maar’ zei ik met een nadrukkelijke stem, ‘als jij het dan zo goed weet wil ik ook dat je het ze nu foutloos uitlegt, als je nu grappig gaat doen, ben ik er klaar mee en stoppen we…
waarop de leerling mij de pen terug gaf en toch dacht dat ik het beter uit kon leggen dan hem en ik heb ook voor de verder uitleg geen last meer van hem gehad.
Hoewel het een tikkeltje cru klinkt om daar nu eer uit te halen vond ik het toch al een hele prestatie en is het een direct bewijs dat je meer en meer gewend raakt aan de situatie waar je nu nog maar drie keer in bent geweest.
Uiteindelijk sloten we af met een presentatie waarin de leerlingen vertelde over wat zij gedaan hadden, wat goed ging en wat de volgende keer beter kon.
En toch met een zekere trots heb ik naar mijn groepje gekeken die hun filmpje lieten zien en begreep ik misschien een heel klein beetje waarom de docenten op de basisschool het volhouden tussen het controleren, het opvoeden, het sturen en het corrigeren.
Want als je ziet dat je leerlingen het leuk hebben en met trots hun eigen werk staan te presenteren krijg je zelf ook wel een glimlach op je gezicht.
Reflectie van Hella Duijs
Vandaag gingen wij voor de eerste keer naar de basisschool De Klimboom.
We waren op tijd vertrokken zodat we nog even konden kennis maken met de jufvrouw van onze klas en nog een aantal dingen konden voorbereiden.
Eenmaal aangekomen in Heteren leek het alsof de jufvrouw niet heel erg stond te springen op onze komst dus we voelden ons wat ongemakkelijk.
Ik was ontzettend zenuwachtig, ik had natuurlijk nog nooit op een basisschool les gegeven dus ik wist niet wat mij te wachten stond. Ik was ook erg blij dat wij de ervaren Loes in de groep hadden.
Alle eerst hebben wij doormiddel van een PowerPoint de opdracht aan de klas uitgelegd. De opdracht was een stop-motion filmpje maken en om duidelijk te maken aan de kinderen wat dat precies inhield hebben wij van te voren zelf een stop-motion filmpje gemaakt. De klas reageerde erg enthousiast op het filmpje.
We hadden van te voren met Olga, de directrice van De Klimboom, afgesproken dat de jufvrouw van te voren vier groepjes moest maken. Ieder groepje bestond ongeveer uit 8 kinderen en elk groepje kreeg een eigen begeleider.
Voor deze eerste dag was het de bedoeling dat we gingen knutselen, we gingen allerlei attributen maken die we konden gaan gebruiken in het filmpje. Er moest ook een verhaal bedacht worden en daarbij moest een storyboard worden gemaakt. Ik merkte al vrij snel dat een aantal kinderen in mijn groep niet zoveel zin hadden om mee te doen met de opdracht. Ze waren door mijn uitleg aan het praten en waren vervelend aan het doen. Ook zat er een jongen in de groep die autistische was en niks zei en niks deed. Dus ik had eigenlijk maar drie kinderen die goed meededen. Toen we het verhaal hadden bedacht gingen wij aan de slag met het knutselen en wederom wilden niemand mee doen. Ik raakte daar best wel in paniek van dus ik besloot om naar de jufvrouw te gaan om wat tips aan haar te vragen en of zij me daar bij kon helpen. Ze vond het heel goed dat ik dat aangaf en ze greep gelijk in. Ze heeft de kinderen aangesproken op hun gedrag.
Toen de jufvrouw weer weg was gingen ze vrij snel weer klooien. Ik bleef ze elke keer maar waarschuwen en elke keer vroeg ik of ze gewoon mee wilden doen.
Aan het eind van de dag was er ook vrij weinig gedaan en daar baalde ik wel een beetje van. Het is gewoon lastig wanneer je daar voor het eerst komt de leerlingen jou niet als docent zien en ook aan je moeten wennen. Ik had heel erg het gevoel dat ze me aan het uittesten waren en dat liet ik doe.
Ik had veel sneller moeten zeggen en nu is het genoeg ga maar naar de juf voor een andere opdracht. Dat was wel een heel goed leerdoel van die dag die ik ook zeker mee wilden nemen naar de tweede les.
We waren op tijd vertrokken zodat we nog even konden kennis maken met de jufvrouw van onze klas en nog een aantal dingen konden voorbereiden.
Eenmaal aangekomen in Heteren leek het alsof de jufvrouw niet heel erg stond te springen op onze komst dus we voelden ons wat ongemakkelijk.
Ik was ontzettend zenuwachtig, ik had natuurlijk nog nooit op een basisschool les gegeven dus ik wist niet wat mij te wachten stond. Ik was ook erg blij dat wij de ervaren Loes in de groep hadden.
Alle eerst hebben wij doormiddel van een PowerPoint de opdracht aan de klas uitgelegd. De opdracht was een stop-motion filmpje maken en om duidelijk te maken aan de kinderen wat dat precies inhield hebben wij van te voren zelf een stop-motion filmpje gemaakt. De klas reageerde erg enthousiast op het filmpje.
We hadden van te voren met Olga, de directrice van De Klimboom, afgesproken dat de jufvrouw van te voren vier groepjes moest maken. Ieder groepje bestond ongeveer uit 8 kinderen en elk groepje kreeg een eigen begeleider.
Voor deze eerste dag was het de bedoeling dat we gingen knutselen, we gingen allerlei attributen maken die we konden gaan gebruiken in het filmpje. Er moest ook een verhaal bedacht worden en daarbij moest een storyboard worden gemaakt. Ik merkte al vrij snel dat een aantal kinderen in mijn groep niet zoveel zin hadden om mee te doen met de opdracht. Ze waren door mijn uitleg aan het praten en waren vervelend aan het doen. Ook zat er een jongen in de groep die autistische was en niks zei en niks deed. Dus ik had eigenlijk maar drie kinderen die goed meededen. Toen we het verhaal hadden bedacht gingen wij aan de slag met het knutselen en wederom wilden niemand mee doen. Ik raakte daar best wel in paniek van dus ik besloot om naar de jufvrouw te gaan om wat tips aan haar te vragen en of zij me daar bij kon helpen. Ze vond het heel goed dat ik dat aangaf en ze greep gelijk in. Ze heeft de kinderen aangesproken op hun gedrag.
Toen de jufvrouw weer weg was gingen ze vrij snel weer klooien. Ik bleef ze elke keer maar waarschuwen en elke keer vroeg ik of ze gewoon mee wilden doen.
Aan het eind van de dag was er ook vrij weinig gedaan en daar baalde ik wel een beetje van. Het is gewoon lastig wanneer je daar voor het eerst komt de leerlingen jou niet als docent zien en ook aan je moeten wennen. Ik had heel erg het gevoel dat ze me aan het uittesten waren en dat liet ik doe.
Ik had veel sneller moeten zeggen en nu is het genoeg ga maar naar de juf voor een andere opdracht. Dat was wel een heel goed leerdoel van die dag die ik ook zeker mee wilden nemen naar de tweede les.
Voor de tweede les was ik wederom zenuwachtig. Ik had er weinig zin in omdat het de vorige keer niet zo goed ging voor mijn gevoel. Ik had voor mezelf besloten dat ik van te voren even met de jufvrouw van de klas ging praten om te vragen of het goed was dat wanneer de kinderen weer niet mee wilden doen, dat ik na drie keer waarschuwen de leerlingen naar het lokaal sturen zodat ze daar konden werken aan een andere opdracht. De vorige les had ik geen duidelijke grens dus het leek mij verstandig om die deze keer wel te hebben. De jufvrouw vond dit een goed plan.
Allereerst zijn we weer begonnen met een korte introductie wat we deze dag gingen doen. Vandaag was het de bedoeling dat we het filmpje gingen maken, dus we gingen foto’s maken vandaag. We hadden van te voren een aantal camera’s geleend van school. Van te voren hebben we duidelijk aal de klas uitlegt dat de camera’s erg duur waren en dat ze er voorzichtig mee moesten doen.
Allereerst zijn we weer begonnen met een korte introductie wat we deze dag gingen doen. Vandaag was het de bedoeling dat we het filmpje gingen maken, dus we gingen foto’s maken vandaag. We hadden van te voren een aantal camera’s geleend van school. Van te voren hebben we duidelijk aal de klas uitlegt dat de camera’s erg duur waren en dat ze er voorzichtig mee moesten doen.
Vervolgens ging iedere begeleider in zijn of haar groepje nog een keer uitleggen wat de bedoeling was voor deze dag. Daarna ging iedereen aan de slag met foto’s maken. Eigenlijk ben ik met mijn groepje gelijk naar buiten gegaan, dit leek ons een goede locatie voor het filmpje. Gelukkig deed iedereen vandaag goed mee en iedereen had er zin in. Van te voren was ik bang dat we filmpje niet af zouden krijgen vandaag omdat ik geen goed beeld had of de kinderen het zouden begrijpen en goed mee zouden doen. Tot mijn verbazing ging het heel erg goed en waren we voor de pauze al klaar met het filmpje. Het was alleen een heel erg kort filmpje dus ik stelde voor aan mijn groepje om het nog een keer te doen alleen dan met wat meer grapjes erin. Hier had mijn groepje niet zoveel zin in ze vonden het filmpje goed zo. Gezamenlijk hebben we besloten om er nog een leuk eind aan te maken met allemaal leuke trucjes. Na de pauze zijn we weer verder gegaan met foto’s maken. We hebben nog een aantal leuke trucjes gedaan en iedereen vond het eindresultaat erg leuk geworden.
De les was alweer voorbij. Het ging veel beter dan de vorige keer ik heb gelukkig niet zoveel hoeven te waarschuwen en ik was best tevreden over het eind resultaat.
De les was alweer voorbij. Het ging veel beter dan de vorige keer ik heb gelukkig niet zoveel hoeven te waarschuwen en ik was best tevreden over het eind resultaat.
In de laatste les gingen we de filmpjes monteren en bekijken. Ieder groepje moest aan elkaar presenteren waar het verhaal over ging. Ik heb toen de taak gekregen om die presentaties een beetje te lijden, en dat hield in dat ik een aantal vragen ging stellen aan het groepje. Op het moment dat mijn groepje aan de buurt was en de lastigste jongen uit de groep iets moest vertellen ging hij weer vervelend doen. Hij vertelde heel snel en heel kort. Dus ik heb hem nog een paar keer terug naar voren gehaald om hem wat extra vragen te stellen. Achteraf zei Loes dat ze vond dat ik het heel goed deed en dat vond ik heel fijn om te horen!
Voor de tweede basisschool stage gingen we op weg naar de Meander in Driel. Dit keer hadden we geen 32 kinderen maar 16 kinderen. Dus iedere begeleider kreeg 4 kinderen in zijn of haar groepje.
Ik was best wel bang dat ik weer een vervelende groep zou hebben en dat ik weer met een vervelend gevoel weg zou gaan.
Alle eerst hebben we weer ons eigen filmpje laten zien, ook op de Meander reageerde de kinderen erg leuk! En iedereen had er volgens mij wel zin in.
Daarna hebben wij de groepjes verdeeld en ik had twee jongens en twee meisjes.
Ik kwam er al snel achter dat ik een ontzettend leuk groepje had. Iedereen deed hartstikke goed mee, ze hadden veel ideeën en ze zaten gelukkig niet te zeuren.
Ze zijn dan ook goed bezig geweest de eerste les. Wel waren ze ontzettend druk dus af en toe heb ik wel moeten ingrijpen en heb ik moeten zeggen dat ze toch echt wat rustiger moesten doen. In de pauze kwam een van de meisjes naar me toe en zei ze dat ze mij de leukste begeleider vond en dat vond ik super leuk om te horen. Een andere jongen uit mijn groepje die had eigenlijk een hekel aan knutselen maar hij had tegen zijn moeder gezegd dat dit de eerste keer was dat hij knutselen leuk vond. Dus dat was een mooi compliment.
Ik was best wel bang dat ik weer een vervelende groep zou hebben en dat ik weer met een vervelend gevoel weg zou gaan.
Alle eerst hebben we weer ons eigen filmpje laten zien, ook op de Meander reageerde de kinderen erg leuk! En iedereen had er volgens mij wel zin in.
Daarna hebben wij de groepjes verdeeld en ik had twee jongens en twee meisjes.
Ik kwam er al snel achter dat ik een ontzettend leuk groepje had. Iedereen deed hartstikke goed mee, ze hadden veel ideeën en ze zaten gelukkig niet te zeuren.
Ze zijn dan ook goed bezig geweest de eerste les. Wel waren ze ontzettend druk dus af en toe heb ik wel moeten ingrijpen en heb ik moeten zeggen dat ze toch echt wat rustiger moesten doen. In de pauze kwam een van de meisjes naar me toe en zei ze dat ze mij de leukste begeleider vond en dat vond ik super leuk om te horen. Een andere jongen uit mijn groepje die had eigenlijk een hekel aan knutselen maar hij had tegen zijn moeder gezegd dat dit de eerste keer was dat hij knutselen leuk vond. Dus dat was een mooi compliment.
Voor de tweede dag gingen we de foto’s maken. Voordat we gingen beginnen heb ik aan de leerlingen uitgelegd hoe het allemaal moest gaan lopen die dag en ze hadden er hartstikke veel zin in. Ook vandaag kwamen ze weer met goede ideeën. Omdat ik bij de vorige school vrij snel klaar was met het filmpje heb ik dat nu wat meer proberen in de gaten te houden. Dus ik heb wat extra dingen toegevoegd aan het filmpje zodat we niet zo snel klaar waren.
Dus qua tijdsplanning ging het veel beter deze keer.
Dus qua tijdsplanning ging het veel beter deze keer.
Ik heb tijdens deze twee stages ook gemerkt dat ik niet bang ben om leerlingen aan te spreken op het gedrag wel moet ik nog leren om mijn grenzen te kennen en die ook beter aangeven. Dat zijn een aantal punten die ik wil meenemen naar een volgende stage.
Reflectie Loes van Velzen
In eerste instantie was ik niet van plan om aan dit project deel te nemen. Ik had een vrijstelling vanwege mijn vorige opleiding de pabo. Peter Smeets had liever wel dat ik bij de eerste bijeenkomst aanwezig was. Gedurende de bijeenkomst werd de opdracht duidelijk en begon bij mij al het een en ander te kriebelen. Het leek me erg leuk om weer een paar middagen terug te keren naar de basisschool.
De tijd verstreek snel en voordat we het wisten hadden we nog maar 3 a 2 weken voordat we aan de slag moesten. Roel, Hella, Rianne en ik mochten de middagen in groep 7/8 voor 32 leerlingen verzorgen. We kwamen op het idee om een stopmotion film te gaan maken. Ik had dit een keer als tip meegekregen op de Pabo maar had het nooit uitgevoerd. In een klein café kwam dan ook snel de gehele lessenserie op papier die we op een later tijdstip hebben uitgewerkt.
De eerste les is opgedeeld in het maken van het verhaal, het storyboard en de attributen. Elke student zou zijn eigen groepje hebben om te begeleiden. Je kan zeggen dat deze eerste les als voorbereiding dient voor de tweede les waar de foto’s gemaakt zullen worden. Deze tweede les hebben wij camera’s en statieven meegenomen. De leerlingen hadden anderhalf uur de tijd om hun gehele verhaal op camera te zetten. We waren van te voren bang dat de leerlingen snel zouden afhaken en verveeld zouden raken. In de derde les worden de filmpjes gemonteerd. Twee groepjes komen bij Roel en mij bij de computer zitten. Wij leggen uit wat het monteren van een film inhoud. Hoe zit het met de snelheid van de foto’s en hoeveel foto’s heb je dan nodig om een minuut film te hebben. Na een kwartier, wanneer de film gemonteerd is met muziek eronder is gezet, worden de groepen gewisseld. De montage groep gaat nu een reflectie formulier invullen als voorbereiding voor hun presentatie en visa versa.
De Klimboom
Lichtelijk nerveus kwam ik aan die eerste dag. Ik weet niet hoe dat komt maar dat heb ik altijd gehad. Als ik een nieuwe school binnenstap en weet dat ik les moet geven aan een nieuwe klas ben ik altijd wat gespannen. Hoe zijn deze leerlingen? Hoe is deze school? Het begon meteen een beetje stug. Niemand die ons welkom heette of überhaupt toesprak. We werden genegeerd. Uiteindelijk dan toch maar de stoute schoenen aangetrokken ons voorgesteld en zo vrij geweest zelf in het magazijn te gaan snuffelen. De lerares leek ook niet echt geïnteresseerd in wat we kwamen doen waardoor ik echt het idee had we er alleen voor stonden. Ik had hier zelf nog geen eens zoveel moeite mee omdat ik al een beetje gewend ben ‘s ochtends een klas in te lopen en dat de directeur zegt succes ermee! Maar nu waren wij allemaal eerste jaars studenten. Geen idee wat ze komen doen. Een beetje steun/peptalk was welkom geweest.
We hadden afgesproken dat ik het eerste woord zou doen . Vanaf het moment dat ik het lokaal binnen stapte voelde het al als een thuiswedstrijd. Laat maar komen die kids. Alles ging weer automatisch en dat voelde goed. Zo ging het de gehele les. Ik vond het heerlijk. Lekker bezig zijn met de leerlingen. Ik kwam er al wel snel achter dat Roel en Hella het iets minder gezellig hadden. Hella had een moeilijke groep met vervelende jongens en Roel was ook een beetje het overzicht kwijt. Op dat moment wist ik heel slecht wat ik moest doen. Ik was erg druk met mijn eigen groep maar wilde ook graag Roel en Hella helpen. Aan het einde van de dag was iedereen dan ook helemaal op. ’s Avonds ben ik met Hella en Roel nog even gaan zitten en hebben we het een en ander besproken. Soort van basis vaardigheden. Hoe communiceer je met leerlingen? Duidelijk zijn in wat je wel en niet wilt en dus je grenzen aangeven. Allemaal kleine tips die misschien de volgende keer zouden helpen.
En inderdaad meteen al de tweede les had ik het idee dat het veel beter ging. Iedereen kwam in ieder geval een stuk positiever het lokaal uit. Ik heb zelf ook de tweede les erg genoten. De leerlingen waren super enthousiast. Er was geen sprake van verveling bij het maken van de foto’s. Iedereen deed goed zijn best. De derde les verliep vervolgens ook goed. De organisatie was weer prima en alles liep gesmeerd. Ik heb zelf dan altijd zo’n trots gevoel wanneer leerlingen voor de klas op hun beurt weer met trots hun filmpje laten zien. Je ziet met hoeveel plezier ze er aan gewerkt hebben wat geresulteerd in een mooi filmpje. Dan weet je dat je project geslaagd is. De lerares die in eerste instantie erg stug was deed nu heel vriendelijk. We hadden goed werk geleverd en had eigenlijk geen op of aanmerkingen. Zelfs zei ze nog dat ze dit het leukste project vond wat er in haar klas gegeven was. Een groot compliment dus.
De Meander
Dit maal een vele male kleinere school. In plaats van de 32 leerlingen van de vorige school hadden we er nu maar 16. We hadden er voor gekozen om toch de 4 groepjes te behouden. Dit zodat we de leerlingen nog beter een op een konden begeleiden. We hadden verder niets veranderd aan onze lesvoorbereiding en indeling. Aangezien alles de vorige keer prima was verlopen besloten we het zo te laten. Het verschil was wel dat iedereen de vorige eerste keer erg nerveus was. Waardoor alles tot in de kleinste details besproken was. Wie gaat wat op welk tijdstip wat zeggen. Nu was iedereen vrij ontspannen en hadden we dat niet. Dit leidde tot een kleine miscommunicatie bij de eerste uitleg. Deze werd iets rommeliger en minder strak dan gepland. Achteraf bleek de docent hier geen last van gehad te hebben.
Het welkom binnen deze school was ook heel anders. De docent van de groep leek enthousiast en kwam direct naar ons toe. Ze vertelde welke leerlingen extra aandacht nodig hadden en waar we rekening mee moesten houden. Ondanks dat dit een moeilijkere groep zou zijn met lastige leerlingen voelde ik me al meteen meer op mijn gemak. De docent zou er in ieder geval altijd voor ons zijn. De rest van de eerste les liep weer gesmeerd en was dan ook weer zo voorbij. Hella had nu een leuk groepje en beleefde na mijn idee nu ook echt plezier aan het lesgeven. Sowieso was iedereen enorm gegroeid. Dat vond ik erg leuk om te zien.
De tweede les waren veel leerlingen ziek. Dat was erg vervelend want dit is de les van de foto’s maken. De bedoeling is dat deze leerlingen ook op de foto komen. Daarbij had ik nog maar 2 leerlingen over en daar maak je geen heel verhaal mee. We hebben er toen snel voor gekozen het groepje van Roel en mij samen te voegen. Die samenwerking verliep prima. Toch had ik hier moeite mee. Ik wil niet al het gras onder de voeten van Roel wegmaaien en elke keer het woord nemen, maar ik kan het niet helpen. Ik moet wat zeggen. Als iets me opvalt of iets me niet zint moet ik er wat van zeggen. Dit geldt ook voor de klassikale besprekingen. We hebben dan afgesproken dat bijvoorbeeld Hella het woord zal nemen. Ik kan het dan niet laten elke keer nog wat toe te voegen. Ik vind het dan vervelend van mezelf dat ik dat niet los kan laten. Ben dan ook bang dat dan telkens als de betweter over kom. Ik heb dit alles wel met mijn groepje besproken.
Al met al was het ook weer op deze school een geslaagd project. In de laatste les mochten de leerlingen ons nog vragen stellen. Meerder leerlingen staken hun vingers op om aan te geven hoe leuk ze het project gevonden hadden. Er was een jongen met zware ADHD. De lerares had aangegeven dat hij vaak altijd over de schuld van kreeg en dat we dus rekening met hem moesten houden. Hij zat bij Rianne in het groepje en Rianne gaf al aan dat hij altijd heel goed mee deed. Hij vroeg ons dan ook aan het eind of we volgend jaar weer terug zouden komen om het project weer met hun te komen doen. Dat is dan erg leuk om op dat moment te horen.
De lerares gaf ons deze les wel de tip om een extra opdracht te bedenken. Wanneer de leerlingen een reflectie verslag moeten invullen zijn er altijd een aantal eerder klaar. Dan moeten we een extra opdracht klaar hebben liggen om de leerlingen bezig te houden. Deze tip nemen we dan ook mee voor een eventuele volgende keer.
Reflectie Rianne de Blauw
Heel eerlijk gezegd, ik had geen flauw idee wat ik kon verwachten. Over het algemeen kan ik prima opschieten met kinderen, maar dit zijn pubers.. Lastige wezens. Dat weet ik. Bijdehand en ongrijpbaar. Maargoed, je gaat toch maar, je moet wel, je maakt er het beste van.
Eenmaal aangekomen op de eerste school, De Klimboom in Heteren, werden we niet heel hartelijk ontvangen. Sterker nog, we werden helemaal niet ontvangen en de leraren gaven ons nogal de indruk dat we niet heel gewenst waren. Dan zakt de moed al aardig in je schoenen, maar je bent er voor jezelf en voor die kinderen, dus je gaat maar gewoon naar het lokaal en bereidt je les voor. Ik vond het doodeng. Ik ken die kinderen niet, het is al een tijdje geleden dat ik zelf in groep 8 zat, ik heb geen idee hoe ze denken of wat ze bezighoudt. Gelukkig ging het gelijk al best lekker. Ik legde het inhoudelijke deel van de opdracht uit (wat is het verhaal, waar hou je rekening mee met het schrijven van een verhaal, wat is een storyboard en hoe maak je het, dat soort dingen) en ik merkte dat ik nogal moest opletten met de woorden die ik gebruikte. Je bent jezelf, je klasgenoten en de middelbare school gewend, en die hebben een heel ander taalgebruik dan een basisschool. Jip-en-janneke-taal. Ik merkte dat ik het best lastig vond om dat constant in de gaten te houden, maar ik heb het idee dat ik het er nog best aardig vanaf bracht. Toen de verdeling van de groepjes. Gelukkig viel me dat alles mee, ik had hele leuke, enthousiaste kinderen en zelfs de jongens (die over het algemeen niet heel erg te porren zijn voor creatieve dingen) gingen enthousiast aan het werk. Ik denk dat dat kwam omdat ze een onderwerp mochten kiezen wat dicht bij hun eigen interesses lag. Ik ben er bij die kinderen op blijven hameren dat samenwerking het allerbelangrijkst was, en ze maakten zelf al heel snel een taak- en rollenverdeling waarbij ieders talenten zo goed mogelijk benut werden. Ergens vind ik het heel erg fijn dat het allemaal zo soepel liep, maar ergens ook bijna jammer. De kinderen namen me zoveel uit handen wat betreft didactische en creatieve dingen, dat alleen de organisatie aan mij overgelaten werd. En dat bleek niet mijn sterkste punt te zijn. Ik heb de neiging om het overzicht te verliezen, m’n kinderen kwijt te raken, ik vind het moeilijk om zes dingen tegelijk te doen en in de gaten te houden. Dat bleek iets te zijn waar ik echt heel hard aan moet werken, ik kwam bijvoorbeeld één kind tegen in het magazijn waar ‘ie helemaal niet mocht zijn. Ik had helemaal niet door dat hij daarheen gelopen was, en natuurlijk kun je niet altijd alles in de gaten houden, maar toch.. Wel fijn als je weet waar ze überhaupt zijn. Ik heb er niet te streng bovenop gezeten, dat leek me vrij nutteloos. Als die kinderen enthousiast zijn, als ze graag aan het werk willen, waarom zou ik ze dan tegenhouden? Zolang het niet uit de hand loopt vind ik het prima om ze lekker hun gang te laten gaan. Bij zo’n project kan dat, ik weet ook wel dat als ik fulltime voor de klas ga staan, ik dat niet meer kan doen. Het is wel belangrijk om grenzen te stellen, aan te geven wannéér het uit de hand loopt. Dit merkte ik ook de tweede dag. We gingen foto’s maken, en één van de kinderen wist een hele goeie locatie, niet heel ver van school. Vond ik prima, maar toen we er bijna waren zei ‘ie: ‘Ja, nou moeten we alleen nog onder dit stroomdraad door en dan het weiland over en dan zijn we er.’ Toen heb ik geweigerd, gezegd dat we dan een andere plek moesten zoeken. Ik ga toch niet met kinderen en camera’s door een weiland sjouwen? Fijn was wel dat toen ik zei dat het niet mocht, hij begon te smeken ‘aaaahh, waarom nou niet?’ en ik kon antwoorden met ‘omdat ik het zeg. Daarom.’ Misschien niet helemaal verantwoord, maar het werkte wel. Omdat we best wel grote groepen hadden, en de zon heel fel scheen, vond ik het moeilijk om alle kinderen bij de les te houden, om ze allemaal een taak te geven en ze allemaal in de buurt te houden. Weer een kwestie van overzichtsverlies. Ik vind teveel goed, ik merk dat ik strenger moet zijn. Maar al met al vonden ze het ontzettend leuk om te doen en werd het een heel leuk filmpje.